Opiniestuk armoede
In opdracht voor mijn herexamen sociologie schreef ik een opiniestuk over armoede. Ik heb dit opiniestuk wat aangepast zodat ik het ook met jullie kan delen in mijn blog. Politiek actie voeren gaat over veel meer dan enkel politieke partijen volgen of hun bekritiseren. Als democratische burgers moeten we vooral kritisch kijken naar onze samenleving, en vandaag bespreek ik hier hoe de maatschappij armoede in de hand werkt.
Individu versus maatschappij
Individueel
schuldmodel
Bij het
individueel schuldmodel wordt er vooral gekeken naar het individu die zich in
de armoede bevindt. Het individu is zelf schuldig aan zijn situatie, en het is
ook aan hem om zichzelf eruit te trekken. Dit zijn de typische ‘non-deserving
poor’, oftewel de slechte armen. Het beleid focust zich, in deze neoliberale
individualistische samenleving, vooral op het bestraffen van deze mensen.
- Negatieve sanctionering door het inperken van werkloosheidsuitkeringen doorheen de tijd. Dop wordt verminderd om mensen aan te zetten om te gaan werken, zonder dat er rekening wordt gehouden met de precieze leefsituatie van deze mensen. Zoals eerder besproken in een vorige blog ervaren we een krapte op de arbeidsmarkt. Komt er ook nog eens bij dat steeds meer vacatures hooggeschoolden zoeken waardoor laaggeschoolde burgers steeds moeilijker aan werk kunnen geraken.
- Controleren
en disciplinering door instituties zoals de VDAB en het OCMW. Instituties zoals
deze moeten mensen begeleiden en helpen, maar er wordt van hun meer en meer
gevraagd om mensen te straffen. Dit zorgt ervoor dat ze mensen meer afschrikken
om naar hun toe te komen als ze hulp nodig hebben, met als gevolg dat hulp
minder en minder toegankelijk wordt.
- Criminaliseren
en marginaliseren van bepaalde groepen of mensen omdat hun gedrag niet conform
is aan de dominante waarden en normen. Mensen worden bekritiseerd omdat ze geen
werk hebben, hun manier van leven wordt niet geaccepteerd door de maatschappij.
Vooral als je een migratie-achtergrond hebt, maakt de samenleving het je niet
gemakkelijk. Dit zorgt ervoor dat mensen in de armoede andere mogelijkheden
gaan zoeken om te overleven. Ze vallen zo sneller ten prooi aan bijvoorbeeld criminele
bendes en worden zo extra hard aangepakt door de samenleving. Men ziet en
veroordeelt dit gedrag, maar staan er zelden bij stil hoe deze mensen
verwikkeld zijn geraakt in deze situaties.
De rol van sociaal
werkers, politici, psychiaters, enzovoort bestaat erin om het individu terug te
begeleiden naar de samenleving door middel van een heropvoeding/training.
Nochtans beperkt deze methode zich tot enkel het individu, en wordt de omgeving
waarin de individu zich bevindt volledig genegeerd. Leren hoe je een cv maakt
bijvoorbeeld zal weinig uitmaken als je gediscrimineerd wordt door de
arbeidsmarkt. Vooral mensen met een migratieachtergrond hebben het vaker extra
zwaar.
We zien dus op
deze manier hoe mensen uit een lager sociaaleconomische klasse benadeeld worden
door de samenleving. Ze worden als schuldig gezien van hun eigen manier van
leven en verdienen het niet om geholpen te worden. Laten we nu een andere zicht
werpen op deze problematiek.
Maatschappelijk
schuldmodel
Bij het
maatschappelijk schuldmodel leggen we vooral de focus op de maatschappij. Welke
rol speelt zij als het gaat over armoede? Om dit uit te leggen kijken we even
naar enkele kenmerken van armoede: sociale uitsluiting, gebrek aan kansen in de
samenleving en een lage positie op de sociaaleconomische ladder. Deze oorzaken
vinden hun oorsprong terug bij de huidige indeling van onze maatschappij.
Vranken stelt bijvoorbeeld dat armoede het resultaat is van
uitsluitingsprocessen op verschillende terreinen van de samenleving, wat leidt
tot sociaal isolement. Enkele uitsluitingsprocessen zijn: het gebrek aan
inkomen, moeilijk toegang tot de arbeidsmarkt en het gebrek aan
sociaal/cultureel/economisch kapitaal. Deze vorm van meervoudige uitsluiting
zorgt voor een hoger risico op sociaal isolement.
Even in
mensentaal. Armoede is niet enkel geen geld hebben, het omvat veel meer dan
enkel en alleen dat. Waar je woont, scholing, opvoeding, persoonlijke relaties,
politieke en economische situatie,… Als je op enkele of meerdere van deze situaties
wordt uitgesloten of wordt benadeeld, riskeer je om geïsoleerd te geraken van
de samenleving. Deze worden breuklijnen genoemd. Ze vergroten aanzienlijk je kansen om in
de armoede te geraken en bovenal maken ze het ook moeilijker om er
terug uit te geraken.
Welke rol speelt
de maatschappij hierin? De focus ligt vooral op dualisering, zoals de
dualisering op de arbeidsmarkt met enerzijds goede jobs met goede
werkomstandigheden, zekerheid en een goed inkomen, anderzijds slechte jobs met
slechte werkomstandigheden, onzekerheid en een laag inkomen. De samenleving
heeft de arbeidsmarkt verdeeld voor zowel hoogopgeleiden en laagopgeleiden. Het
probleem hier is dat vooral de hoogopgeleiden veel meer verdienen dan ze
effectief nodig hebben, en de laagopgeleiden te weinig verdienen om een stabiel
leven te kunnen opbouwen. Het neoliberale gedachtegoed stelt dat de staat zo
weinig mogelijk inspraak moet hebben op de vrije markt, de arbeidsmarkt moet
dan ook zo flexibel mogelijk zijn om de behoeften van de werkgevers te kunnen
vervullen. Dit zorgde voor meer flexibele (en bovenal onzekere) jobs die vooral
de laaggeschoolden treffen. Vooral met de huidige krapte op de arbeidsmarkt zijn er
teveel arbeidskrachten aan de kant die niet of zeer moeilijk aan een job kunnen
geraken. Dit is ook één van de positieve functies van armoede volgens Herbert
Gans, namelijk een reserve aan laagbetaalde arbeidskrachten die bij
conjuncturele ontwikkelingen direct inzetbaar of vervangbaar zijn op de
arbeidsmarkt. De samenleving heeft met andere woorden “doppers” nodig en houdt
ze ook in stand zodat ze snel ingezet kunnen worden als werkgevers hierachter
vragen. Mensen leven constant in onzekere leefomstandigheden met een laag
inkomen, en constante stress. Dit legt enorm veel druk op de schouders van deze
mensen, met gevolgen die zich uitbreiden op meerdere aspecten op hun leven. .
Conclusie
De maatschappij
speelt dus een grote rol bij het ontstaan en in stand houden van armoede.
Nochtans hoor je dit vrij weinig van onze politici (zowel links als rechts) en
de bevolking. Elke keer als ik met iemand hierover in discussie ga en de
verantwoordelijkheid van de samenleving hierbij in vraag stel, krijg ik vreemde
blikken over me heen. Dit is niet verwonderlijk, we worden al jarenlang vertelt
dat wij als individu zelf verantwoordelijk zijn voor ons eigen leven, ons
gedrag. We handelen en behandelen anderen dus ook zo, dus het is ons vreemd als
iemand anders je vertelt dat de verantwoordelijkheid niet compleet bij jezelf
ligt. ‘Mensen mogen niet gepamperd worden, ze moeten maar sterk genoeg zijn om
zichzelf te behelpen. Er is werk genoeg, ze moeten gewoon meer hun best doen.
Ze moeten zich gedragen, normaal doen’. Dit zijn slechts enkele uitspraken die
typisch zijn voor onze samenleving en die de strijd tegen armoede bemoeilijken.
Populistische politici, opnieuw links en rechts, maken zich hier schuldig aan,
samen met andere invloedrijke stemmen die erop wijzen dat we allemaal zelf
verantwoordelijk zijn voor ons gedrag. Logischerwijze zijn dit vooral mensen
die het zelf goed hebben en zo goed als nooit in armoedige situaties hebben
geleefd. Ze zijn compleet vervreemd van dit concept en ze wimpelen elke
verantwoordelijkheidsgevoel van zich af door zo te redeneren.
De rol van sociaal
werkers en het middenveld bestaat erin om politiserend te werken en het beleid
te signaleren bij problemen. Tegelijk moet de bevolking zich meer bewust worden
van onze rol als samenleving. Dit is niet hetzelfde als iemand persoonlijk de
schuld geven of anderen erop wijzen dat ze “slecht” zijn. Integendeel, wij
hebben meer zeggenschap hierin dan we denken. We moeten de vinger niet naar
elkaar wijzen, maar vooral samenwerken om oplossingen te vinden om deze
problematiek terug te dringen. Experts, sociologen, pedagogen, filosofen,
sociaal werkers geven ons vaak de nodige informatie die we nodig hebben om
hiermee aan de slag te gaan. Denk hierbij aan streven naar meer gelijkheid in het
onderwijs. Een goede scholing krijgen vergroot aanzienlijk je kansen om een
goed leven uit te bouwen. Jammer genoeg zien we vandaag dat vooral kinderen uit
een rijker gezin meer kansen krijgt dan een kind uit een armer gezin. Misschien
moeten we hiermee beginnen?
Reacties
Een reactie posten